De kapstok

De Kapstok

In de gang staat een kapstok. Aan de kapstok hangt een aantal jassen. Het valt op dat de kapstok naar één kant overhelt. Als we aan de overhellende zijde nog een jas of een tas zouden hangen, dan zou de kapstok waarschijnlijk omvallen.

Hmm, wat nu? We kunnen twee dingen doen.
1.We kunnen de kapstok zo verstevigen dat hij niet meer omvalt.

2.We kunnen ervoor zorgen dat het evenwicht gelijk verdeeld wordt.

En nu hoor ik u denken: “Maar je gaat de kapstok toch niet verstevigen als je het evenwicht kan herstellen?” U heeft gelijk, dat is een redelijk logische gedachte.
Want waarom zouden wij het overhellen (het Symptoom) aanpakken als wij ook iets aan de gewichtsverdeling (de oorzaak) kunnen doen?

Dat is precies hoe het in de osteopathie werkt. De wervelkolom en ledematen zijn namelijk te vergelijken met een kapstok waaraan de organen, als jassen, via bindweefselstructuren 'opgehangen' zijn.
Zolang de organen in de buik geen bewegingsverlies hebben, kun je zonder al te veel klachten functioneren. Als er ter hoogte van de organen wel een bewegingsverlies ontstaat dan zorgen de spieren, ligamenten en de beweeglijkheid van de wervelkolom, ervoor dat dit bewegingsverlies gecompenseerd wordt. In het begin zal dit geen klachten opleveren, maar als het lichaam een aantal maal een compensatie moet maken, dan kunnen klachten ontstaan

Net als bij de kapstok hebben we twee mogelijkheden om de klachten te verlichten of zelfs op te lossen.

1.Ik kan ervoor zorgen dat het symptoom, de wervelkolom, gecorrigeerd wordt

2.Ik kan ervoor zorgen dat het evenwicht in het lichaam hersteld wordt, waardoor de wervelkolom vanzelf volgt.

Aangezien de wervelkolom en ledematen vaak al behandeld zijn, kies ik als osteopaat (bijna) altijd voor optie 2, eventueel gevolgd door optie 1.

Door het bewegingsverlies in de buik te behandelen, blijkt vaak dat de spieren, ligamenten en de wervelkolom minder hoeven te corrigeren en de klachten afnemen.